maandag 31 mei 2010

Lezen

Vandaag (te) weinig gelezen voor mijn doen. Nu, precies om 21.10 u., vervolg ik in Bert Schierbeek's Formentera. Zie Aanwinsten 8. Bedriegelijk eenvoudige gedichten met meer vouwen of plooien onder de eenvoud. Een citaat, titel 'blad 2':
toen het blad/ in zijn eigen schaduw/ viel/ droomde het na/ over de tak waaraan/ het hing
Zo val ik in mijn schaduw als ik de contrôle over mijzelf verlies, als ik dronken ben (wat ik helaas nog zelden ben [niet meer wil zijn]), als ik in verdriet wegzonk, als ik mijn lichtzijde vergat. Dit is zo persoonlijk (zelfs het blad droomt) - deze regels van Schierbeek - dat het gedicht universeel lijkt te worden - buiten Schierbeek is er minstens één die hem deelt, of denkt te delen. Er zou ook sprake kunnen zijn van het verlies van iemand, een geliefde, aan de dood waarbij de gestorvene 'nadroomt' over de achtergeblevene. Droomt het blad dit tijdens het vallen of zelfs in die val of op het moment dat het blad in de eigen schaduw valt... Het is allemaal tegelijk mogelijk, mijns inziens.
Bij de enkele bundels die ik van Schierbeek las viel mij steeds op dat hij zich dichtbij stilte, onzichtbaarheid, afwezigheid en hun overgang naar woord, beeld en aanwezigheid ophoudt. Religiositeit, toch.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten