zondag 23 mei 2010

Bio- bibliografie

Als SCHILDER [sinds ca. 1987] maakte Wijnand Steemers de experimentele reeks Oogoperaties of Eye-openers op kartonnen taartbodems en verscheidene olieverfschilderijen op het thema Alles is vol van harmonie en getal (Rimbaud). Voorts (zelf)portretten, waaronder 2 portretten van de Russische dichter Jseph Brodsky, collages (olieverf en papier), landschappen en zgn. oralistische [= subrealistische en halfabstracte] beeldingen. Ook schildert en tekent hij en plein air.
Eerste tekenlessen ontving hij van Douwenga, op het Wagenings Lyceum, vervolgens van Ernst van Cleef. Hij kreeg aanwijzingen van de schilders Johan Haak, Erik van der Endt en Lilian van Haeften. Hij was enige tijd nauw verbonden met schilders en schrijvers rond het tijdschrift Droomschaar, onder redactie van o.a. de schilder Rik Lina..
Tentoonstellingen o.a. in Wageningen (Dijkstoelhuis, Junushoff, Leida, Studio 0317), Ede (Kernhem), Angers (Frankrijk). Zijn werk werd, behalve in Nederland, verkocht naar België, Canada, Denemarken, Duitsland, Zwitserland, China, Hongkong en Frankrijk.

Wijnand Steemers was initiator en redacteur van het tijdschrift Thumor, voortgezet in het tijdschrift OR, international subrealistic artmagazine, van 1991 tot 1994 door hem solo geredigeerd, in samenwerking met Rik Lina.

Als SCHRIJVER. In het voorjaar van 2006 verscheen Poëtocratie, een hommage aan de zwaartekracht, een curieuze 'roman' over de ontwikkeling van een dichterschap, samengesteld uit de nagelaten papieren van de vergeten dichter Quicsilver de More.
Laurens Vancrevel (oud-directeur van Uitgeverij Meulenhoff, uitgever van het internationale kunsttijdschrift Brumes Blondes, over Poëtocratie: "een nostalgisch en sardonisch boek, dat de valkuilen van de autobio en van het schotschrift vermijdt (...). Het boek wordt door zijn caleidoscopische en niet-lineaire opzet gekenmerkt door een meeslepende gedachtenstroom waarin thema's, invallen en scènes elkaar vrijwel ongemerkt afwisselen en aanvullen. Je boek komt voor mij daarmee in het gezelschap van enkele andere gedenkwaardige geschriften zoals Monsieur Dudron van Chirico, L'Amour Fou van Breton, Le Mont Analogue van Daumal, Chambre-Anti-Chambre van Lucebert/Schierbeek, Fiat Lux van Julio Llinas om enige mij dierbare, verontrustende anti-canonieke vertellingen te noemen".

Als DICHTER debuteerde Wijnand Steemers in 1969 in De Gids onder Ed Hoornik met drie gedichten. Jan Hanlo moedigde hem aan, J.C. van Schagen en Gerrit Komrij reageerden positief op zijn werk. In 1976 nam hij deel aan Poetry International in Rotterdam.
Poëzie (bij Leida, tenzij anders vermeld):
Droomfabriek (1981),
Vier liederen op gedichten van Wijnand Steemers, voor hoge stem en piano, door componist Harry Mayer (1983),
In Petto (1991),
Vier Alètheia's (1991),
De Trekkracht van het Toeval (1991),
Exquise Kadavers (1991),
Coöperaties (1994),
Sub Rosa (1995),
Zijspiegels langs de Stootranden van de Randwoordelijkheid (1998),
Filippines (2001),
Nagelaten Gezichten (2001),
Verre Gezichtjes (2001),
Verboden Toegang voor Onbevoegden (2003) en
Sed non satiata (2009).
Gevaarlijk alfabet (Brumes Blondes, 2011)

In voorbereiding:
Vogelvrij, gedichten (december 2012)

Het Maaiveld, proza (2012)


Vertalingen:
Novalis, Stuifmeel (1995),
Arthur Rimbaud, Gedichten (1984),
Edgar Allan Poe, Gedichten (1985).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten